Analoge bediening Een bijzonder kenmerk van deESU-51832 SwitchPilot 3 Servo is dat deze zonder digitaal centrum kan worden gebruikt: indien gewenst kunnen tot 16 knoppen worden aangesloten voor het direct schakelen van de servo's. ESU-51832 SwitchPilot 3 Servo decoders zijn geoptimaliseerd voor stationair gebruik op uw systeem en kunnen maximaal acht RC-servoaandrijvingen aansturen. Om de nogal omslachtige configuratie van magneetdecoders te vereenvoudigen, heeft de SwitchPilot 3 Servo een innovatief bedieningsconcept bestaande uit een 4-regelig, verlicht OLED-display en drie invoerknoppen. Bedrijfsmodi: De ESU-51832 SwitchPilot 3 Servo is multiprotocol-compatibel en kan worden gebruikt met centrale eenheden op basis van het Märklin® Motorola®-systeem (bijv. 6021, Central Station® of Mobile Station®) en met DCC-compatibele centrales. De configuratie kan zowel op het hoofdspoor als op het programmeerspoor plaatsvinden. Dankzij RailCom® kunnen ook cv's worden uitgelezen.  

Deze uitbreidingsmodule is te gebruiken voor 32 lampen / leds voor schakelbord verlichting of blokseinen.

Feedback Omdat de SwitchPilot 3 RailCom®-compatibel is, kunnen alle instellingen op aanvraag direct in ingebouwde toestand worden uitgelezen en gewijzigd.

De ESU SignalPilot-decoder is een multiprotocol-decoder die voornamelijk is ontworpen voor het schakelen van daglichtsignalen. Hij heeft 16 uitgangen waarop direct microlampen of LED's (met voorschakelweerstanden) aangesloten kunnen worden. Omdat alle uitgangen als push/pull-eindtrappen zijn uitgevoerd, zijn zowel daglichtsignalen met gemeenschappelijke anode als daglichtsignalen met een gemeenschappelijke aarde-aansluiting (common cathode) geschikt, zoals het geval is bij Viessmann®-signalen. Ook gemotoriseerde seinen en wisselaandrijvingen kunnen met de SignalPilot worden bediend. Bedrijfsmodi: De SignalPilot ondersteunt zowel DCC met RailComPlus® als Motorola®. Door de programmering kan elke uitgang worden toegewezen aan een willekeurig adres of aan een combinatie van adressen. Functionaliteit De SignalPilot kan ofwel rechtstreeks worden gevoed door de digitale centrale of door een transformator/voedingseenheid die gelijkstroom of wisselstroom levert. De SignalPilot heeft 16 transistoruitgangen in push-pull-configuratie. Elke uitgang kan afzonderlijk worden bediend als continu licht, knipperlicht of pulslicht. Hier kunnen de helderheid of knipperfrequentie worden aangepast, evenals de fade-in en fade-out tijden. Verschillende voorbeeldgetrouwe lichteffecten zoals zacht dimmen, TL-buiseffect, defecte TL-buis, gaslantaarnsimulatie, flikkerlicht zorgen voor een realistisch resultaat. Willekeurig geregeld in-/uitschakelen en een aan/uit-vertraging kunnen ook worden geactiveerd. Een nachtdienstuitbreiding kan desgewenst samen de uitgangen dimmen. De uitgangen van de SignalPilot worden bij de configuratie gecombineerd tot seinbeelden. In principe zijn twee-, drie-, vier- of multiaspectsignalen denkbaar. Afhankelijk van het aantal betrokken uitgangen worden aan elk sein een of meerdere wisselnummers (accessoire-adressen) toegekend, met behulp waarvan u later de afzonderlijke seinbeelden kunt omschakelen. Hiervoor zijn maximaal 16 wisselnummers beschikbaar. De configuratie van de seinbeelden gebeurt uitsluitend met behulp van de ESU LokProgrammer-software. U selecteert de gewenste seinbeelden, schrijft ze vervolgens naar de decoder en sluit tenslotte de seinen aan zoals geconfigureerd. Alle in de LokProgrammer-software voorgedefinieerde seinbeelden kunnen afzonderlijk worden gewijzigd. De beschrijving van de signaalaspecten zelf gebeurt met behulp van XML-bestanden, die enerzijds regelmatig door ESU worden uitgebreid of naar eigen inzicht door u kunnen worden aangemaakt en uitgebreid. Op deze manier kunnen ook „exotische” signalen worden ondersteund. De SignalPilot is geschikt voor meerdere protocollen en kan worden gebruikt met digitale centrales die het Märklin® Motorola®-systeem bedienen (bijv. 6021, Central Station® of Mobile Station®) en met DCC-compatibele centrales. De configuratie kan worden gedaan door Programmeren op de Main (POM) en op het programmeerspoor. Dankzij RailCom® kunnen ook cv's worden uitgelezen.