Producteigenschappen

– Op beide assen aangedreven door een krachtige vijfpolige middenmotor
– LokSound 5 XL-decoder bestuurt alle rij-, geluids- en lichtfuncties
– Rookgenerator met stoomuitstoot synchroon met de LokSound
– Twee digitaal schakelbare koppelingen voor realistisch manoeuvreren
– Grote luidspreker voor ononderbroken geluidsgenot
– Stroomafname op alle wielen
– Veerbelaste assen (enkelzijdig met pendelas) voor veilig stroomafname
– PowerPack-energieopslag voor een ononderbroken stroomvoorziening
– Roestvrijstalen wielen
– Robuuste constructie grotendeels gemaakt van messing en metaal
– Opengewerkte treden
– Voorbeeldgetrouwe koplampen
– Bestuurderscabine en bureauverlichting
– Volledig ingerichte bestuurderscabine
– Minimaal berijdbare boogstraal 600 mm
– Lengte over middenbuffer 336 mm (korte versie) of 346 mm (lange versie)

Het voorbeeld

Om het rangeerbedrijf te moderniseren bestelde de Rhätische Bahn RhB tien dieselhydraulisch aangedreven rangeertrekkers bij de Duitse fabrikant Schöma. De voertuigen lijken sterk op het type 420 CT 4H, gekocht bij RACO uit 1991. De RhB heeft de Schöma-tractoren tussen 2001 en 2004 in gebruik genomen als Tm 2/2 met de spoornummers 111 tot 120. De eerste vier tweeassige voertuigen, door de fabrikant vermeld als type DFL-250 DCL, worden aangedreven door een zescilinder Cummins-dieselmotor KT-1150-L met een indrukwekkende 317 kW, die zijn vermogen doorgeeft aan een drieversnellingsbak. Bij de laatste zes trekkers, bekend als CFL-250 DA en met bedrijfsnummers 115 t/m 120, levert de motor 324 kW. Deze locomotieven hebben een grotere totale lengte onder meer door een aangepast koelsysteem. De locomotieven staan ​​gestationeerd op grotere treinstations zoals Thusis, Ilanz of Davos. Met een topsnelheid van 60 km/u kunnen de tractoren zich ook vóór lichte goederentreinen en overdrachten in het trajectverkeer bewijzen en kunnen ze het overwegend enkelsporige netwerk gemakkelijker bijhouden dan hun voorgangers, die slechts een snelheid van 50 km/u hadden. Een wervelstroomrem die vrijwel tot stilstand werkt, maakt een slijtagevrije vertraging mogelijk. De radiografische afstandsbediening waarmee de voorgaande locomotieven 85 t/m 90 waren uitgerust, werd weggelaten.